WEBPODIUM

Rein Swart

NOVEMBERMEISJE

| Achterflaptekst |

Een werkloze journalist, woonachtig in de hoofdstad, bezoekt op 1 november 2009 het graf van zijn in 1972 vermoorde zusje Shelley in zijn geboortedorp. Hij is daar lang niet geweest. Rond de moord hangt nog steeds een sfeer van stilzwijgen. De dader moet nog ergens rondlopen. De journalist is bang om dorpsgenoten tegen te komen, omdat Shelley en hij als kinderen intiem met elkaar waren en hij in het dorp werd uitgemaakt voor meidengek. Omdat het druk is op het kerkhof, maakt hij eerst een rondje door het dorp. Hij besluit een bezoek te brengen aan een oude tante die in het verzorgingstehuis woont. Op weg daarheen haalt hij herinneringen op. De aanblik van het modeatelier van de verdachte Baas voert hem terug naar de tijd na Shelley's eindexamen toen ze, in de maanden voor haar dood, samenwerkte met een knappe buitenlandse vrouw, die in handel was gevallen van de vrouwenhandel. Naast de boerderij van Kooiker met hun gestoorde knecht Siem bevindt zich de ouderlijke tuinderij waar inmiddels zijn nicht Jana in een caravan op het erf woont. Zij tipt hem om haar vader, zijn peetoom, te bezoeken. Krijgt de journalist op deze mooie najaarsdag meer duidelijk over de moord? Helpt dit bezoek om zijn jeugdtrauma te verwerken of blijft het bij een reflectie over leven, liefde en het vergaan van de tijd? Een aangrijpende geschiedenis met als thema's liefde en dood, afstand en nabijheid.

| Over de schrijver |

Rein Swart: 'Schrijven is een noodzaak om verschillende stemmen die in mij leven tot hun recht te laten komen. Ik geef hen de ruimte om me van hen te kunnen ontdoen. Schrijven is een daad van zelfbevrijding, dat blijkt wel uit het geluksgevoel dat gepaard gaat met het verbeelden van een andere wereld, door mezelf geschapen, met bedachte personen die aan komen waaien en soms een eigen leven gaan leiden. Het regisseren, aankleden van de personen en het maken van de decors waarin zij hun leven leiden is een genot. Schrijven is twee keer leven.'